Samen met dochter Iloe besloten om dit jaar de vakantie naar Schotland te maken.

Het eerste stuk van de vakantie gaat bestaan uit de heenreis naar Schotland en we doen dat via de tunnel van Calais naar Folkestone. Omdat we pas om 1 uur op de motor zijn gaan stappen, had ik besloten om in Folkestone een hotelletje te boeken. Het hotel stond prachtig aan de kustlijn en nadat we wat bij een lokaal restaurantje hadden gegeten wilde Iloe nog een wandeling maken over het strand. Nou dat hebben we geweten, het was een behoorlijke wandeling geworden.

De volgende dag zijn we via Londen en het Ace Cafe naar Cannock, iets boven Birmingham naar Schotland gereden. Net buiten Cannock hebben we een tussenstopje gemaakt bij John. John ken ik van de IBA ritten en hij is een liefhebber van de Triumph Trident 3 cylinder motoren, het liefst uit de jaren 70 van de vorige eeuw. John heeft zelfs zijn eigen museum met de prachtigste Tridents, echt geweldig om hier tussen te mogen staan. Als klap op de figuurlijke vuurpijl heeft hij nog even zijn jet aangedreven 3-wieler gestart, wat een lawaai. De foto's geven eigenlijk niet goed weer hoe gaaf dit was.
Om kwart voor 11 rijden we de grens met Schotland over. Vanaf dit moment blijven we van de snelweg af en rijden verder de Schotse heuvels in. Hier worden we direct welkom geheten door 2 prachtig laag overvliegende Eurofighter straaljagers, net te laat voor de foto.
Omdat in de voorbereiding de foto's wat sprookjesachtiger waren, zijn we als eerste in Schotland gaan stoppen bij Megget Reservoir. De watertoren viel dus tegen, maar de omgeving om doorheen te rijden maakte heel veel goed!
Een bezoekje aan Rosslyn Chapel stond al een tijd op mijn verlanglijstje. Deze kerk uit 1446 is bekend geworden door de film The Da Vinci Code van Dan Brown. De buitenkant is vele malen mooier dan de binnenkant. De roodbruine stenen geven het geheel een mooie kleur, waarbij het groen in de omgeving ook een mooi schouwspel geeft.
In Edinburgh natuurlijk eerst de Harley-Davidson dealer bezoeken, altijd leuk om een kijkje te nemen bij andere dealers. Hierna de stad in, maar we konden niet naar het kasteel, de weg was vanwege de taptoe van die avond afgesloten, maar de winkeltjes eromheen waren alsnog de moeite waard.
Na een lekkere burger hebben we een hotelletje opgezocht net buiten Edinburgh.

Maandagochtend vroeg onze spulletjes gepakt en na het ontbijt weer op de motor gestapt. Als eerste de grote paardenkoppen bekeken, the Kelpies op the Helix. Een aluminium kunstwerk in de vorm van twee grote paardenkoppen, indrukwekkend en leuk.
De Old Military Road door het Cairngorms National Park is een mooie start van het ruige Schotland. De kleurenpracht wordt bij elke bocht weer omgetoverd. Het is mistig als we het park doorrijden, maar met de diversiteit aan groen en het paars van de heide die in bloei staat wordt het schouwspel alleen maar mooier. Dit stukje weg heet in de volksmond Devils Elbow. Omdat de Engelse Koningin in haar kasteel, Balmoral Castle zat, konden we helaas niet dichterbij komen dan het hek in de poort. Dan maar door rijden naar het skigebied met de skiliften in Moray en daarna bij Inverness even afzakken naar het meer van Loch Ness, we zien het vandaag allemaal. De overnachting doen we in Dornoch met uitzicht op de Noordzee. Voor het avondeten moeten we even wat wandelen, maar dat maakt het in zo'n dorp alleen maar leuker.

De volgende dag rijden we de East Coast weg, dat is de provinciale weg A9, richting het noorden. Dus links van ons zijn de bergen met prachtige bossen en rechts van ons ligt de Noordzee. De lunch doen we weer op onze manier, dus in een supermarkt een broodje gekocht met wat drinken.
Onderweg in een toch wel erg leeg Schotland zie je af en toe prachtige kastelen tegen, als ruine of nog ingebruik. Bij Wick splitst de weg zich naar de A99 die echt vlak langs de zee loopt richting John o' Groats. Een fotomomentje natuurlijk! Ook de vuurtoren bij Duncansby Head vereren we met een bezoekje.
Driekwartier later staan bij het schattige kasteel May, het oude thuis van Queenmom, de moeder van de huidige Koningin Elisabeth II. We gaan met de toer mee door het kasteel en verwonderen ons aan de schattigheid, maar ook dat Queenmom bijna alle spulletjes tweedehands heeft aangeschaft. Leuke details. We waren optijd, want 2 weken later zou Prins Charles het kasteel weer aandoen om in het noorden van Schotland zijn rust op te zoeken.
Het meest noordelijke puntje van het Engelse vastland is niet John o' Groats maar Dunnet Head, dus ook die vereren we met een eervol bezoekje van ons tweetjes. Het geeft naast het monumentje ook een pracht zicht op de Noordelijke Atlantische Oceaan.
Het is hier ruig, glooiend maar ook af en toe stukken bos waar we met onze motor prachtig doorheen kunnen rijden. En ja elke keer is het schouwspel van kleuren, heuvels, bergen met rotsen en de zee aan onze rechterhand weer fenominaal.
Bij  rijden we de zee over, dit doen we over een weg die door de zee is gelegd en dus met ruig weer kan overstromen. Gelukkig is het weer goed voor ons en kunnen we zonder hinder de overkant bereiken.
We slingeren door de High Lands en ik verbaas me echt bij elke bocht over de pracht van dit landschap! Inmiddels zitten we al aardig op de West Coast Road en rijden aardig door. Dit moet ook wel want onderweg heb ik een slaapplaats gevonden in Ullapool. Een middelgrote plaats, volgens Schotse normen, gelegen aan het Loch Broom, een inham vanuit de Atlantische Oceaan. Hier ontmoeten we ook een Schots echtpaar die op vakantie is en zelf nog een B&B nabij Edinburgh hebben. Van Hugh krijg ik nog enkele tips voor de route voor de volgende dag, van Ullapool via Gairloch naar Torriden en dan als advies de pas op naar Applecross en zo via weer een pas door te rijden naar Lockton en dan richting Skye. Op de hotelkamer ga ik met mn telefoon even puzzelen voor de route, waarbij ik wel besluit om de eerste pas niet te nemen, maar juist langs de zee te blijven rijden.

De volgende dag blijkt dit dus een goed besluit te zijn geweest, want de weg langs de west kust is echt adembenemend mooi. We worden 's morgens verrast door een prachtig edelhert midden op de weg met achter hem een kudde herten die de weg oversteken. Het edelhert kijkt ons aan en stapt dan de weg af. Wij blijven nog even wachten tot de groep hertjes overgestoken is en vervolgen dan onze weg.
Bij First Coast, wij komen vanuit het noorden, dus na Sewcond Coast, stop ik langs de weg. Ik zag wat bewegen op de stenen in het water langs de kant, zeehonden dus. Op de foto niet zo goed te zien. Wel erg leuk.
In Gairloch doen we een koffiestopje. Een dorp wat echt bestaat uit vissers, verder hier niet zo veel te doen. De dagjesmensen bestaan dus hier uit wandelaars en vissers die de zee op gaan.
Na Torridon blijf ik ook nu langs de zee rijden en kies dus niet voor de eigenlijke pas. Het landschap is gewoon te mooi om af te snijden. En hier moeten we, samen met een groep Duitsers op BMW GSen, even wachten op enkele eigenwijze Highlanders. Indrukwekkende beesten die we met respect en lage snelheid passeren.
In Applecross doen we een lunchje in een geweldig leuk restaurantje.
En dan nemen we de pas, e Pass of the Cattle of zoals de Schotten zelf schrijven Bealach na Ba. Een geweldige weg die kronkelend eerst omhoog gaat en vervolgens ons weer naar beneden leidt. Het schouwspel van de natuur blijft ons verbazen en maken ons steeds blijer om hier deelgenoot van te mogen zijn.
Vanaf de andere kant van een Loch kijken we naar de ruine van het Strome Castle. We passeren het Eilan Donan Castle om vervolgens door te rijden naar Oban. Een hostel achtige Bed and Breakfast geeft ons een slaapplaats en een leuk restaurantje serveert een lekker fisch and chips.

Onze dag in Oban begint al goed. Namelijk na het ontbijt stappen we de whiskey destileerderij van Oban in voor een rondleiding. Een van de oudste destileerderijen van Schotland, start was in 1794, laat ons het brouwproces zien en daarna mogen we ook enkele whiskeys proeven en ik laat me verleiden om een flesje 14 jaar oude Oban te kopen.
Op onze weg naar Glasgow krijgen we toch nog een aardige regenbui over ons heen. Met het regenpak aan rijden het stukje verder. Bij de Harley-Davidson dealer in Glasgow trekken we onze regenpakken uit en lopen de winkel door. Het grappige aan deze dealer is dat deze ook West Coast heet, gelijk aan die van Alkmaar.
Vandaag even wat minder kilometers rijden, dat hebben we na de donderdag wel verdient, want dat was toch wel een lange dag. Buiten Galsgow heb ik weer een leuk hotel gevonden waar we na de middag rust ook lekker kunnen eten.

Zaterdag rijden we vol in de zon van Galsgow nar de boot in Newcastle. Het is nog even genieten in het Kielder Forest Park. Wat blijft dit mooi zeg. Het fotomomentje doet me denken aan maart van dit jaar, toen stond ik hier met mn 3 vrienden en met sneeuw op de heuvels van het Kielder. Een verschil, maar wat blijft dit mooi!
In Newcastle hebben we genoeg tijd om aan te sluiten bij de rij motoren en vervolgens op de boot tussen alle andere rijders de Harley vast te sjorren.
Op de boot nuttigen we nog een smulmaaltijd en na de bingo zoeken we onze hut op.

Zondagochtend rollen we vanuit onze hut richting het ontbijt om vervolgens op de motor de boot af te rollen. De vakantie zit er op en het laatste stukje rijden we half in de zon richting huis.

Wat me bijgebleven is aan Schotland? Vijftig tinten groen aangevuld met paars. Dat is eigenlijk wel het belangrijkste. Natuurlijk gecombineerd met de prachtige bergen, rotsen, heuvels, vergezichten, weidse blikken, single roads, de East Coast, John o' Groak en Dunnet Head maar ook May Castle en natuurlijk de West Coast. Wat een prachtige natuur.
Nou dat dus.

 

 

 

 

 

 

MichielsHarley

de Harley rijder